“alé terug int werkleven.”
“Tis aanpassen zeker?”
“Terug naar de realiteit.”
“Werk nu maar een beetje.”
“De centjes zijn op zeker.”
“Moja how, jet nu ook eki gehad é”
Hoe meer ik die zinnen hoor, hoe meer ik mijn bergschoenen terug wil aantrekken om de groeven van mijn lederwaren in uw gezicht te planten. Voor velen zouden die extra symmetrische ribbeltjes hen goed uitkomen. Maar dat doe ik niet, ik ben verplicht om te bevriezen en mijn zoveelste nep glimlach boven te halen.
“Terug in het werkleven.” Ja, terug een leven waarin ook gewerkt wordt. Simpel simpel simpel volk.
“Tis aanpassen zeker?!” God, Allah, Buddha, Shiva, trump, laat mij alstublieft nooit meer aanpassen aan deze “werkelijkheid”. Een werkelijkheid gecreëerd door externe invloeden, zelden vanuit het zijn. De werkelijkheid van het leven hangt niet af van de plaats waar je geboren bent, de werkelijkheid hangt af van je eigen “state of mind”. Als mensen op reis zijn en zich relaxed, anders voelen, is dat niet door de plaats waar ze zich bevinden, het is door de “state of mind” die ze creëren. En dat gevoel geeft men terug af als ze zich in hun oude routine begeven. En dan vraag ik mij af waarom? Ik kan gerust toegeven dat ik vroeger ook zo was, op reis was ik een ander mens dat thuis. De knop in ons hoofd draait te makkelijk van het een naar het ander. Deze keer niet. Mijn knop werd omgedraaid en dan heb ik hem losgetrokken, zo heb ik nu een vijs los en die knop heb ik achterlaten. Mijn knop draait nooit meer terug. Is dit nu een nieuw leven? Neen, zo zie ik het niet. De mens is oneindig. We leren onszelf kennen, we hebben onze “externe Ik” en onze “interne Ik”. De Ik die de mensen kunnen zien, macroscopisch en de Ik die de mensen niet zien, microscopisch, de Ik die vanbinnen zit. En in die interne Ik zijn we oneindig, je moet geloven dat er geen stop is op ons kunnen, doen, en zeker niet op ons denken. Het denkvermogen is een ketting van kamers en telkens jezelf weer eens overtreft open je een deur naar de volgende de kamer. Voor velen stopt het in een bepaalde kamer en leven ze hier voor de rest van hun tijd. Ze dagen zichzelf niet uit en durven amper dromen. Ik heb geen nieuw leven, ik heb gewoon enkele kamers geopend. Is er een mogelijkheid tot regressie? Ik weet het niet. Kan je iets vergeten die je ooit ervaren hebt? Een andere vergelijking. Je kan het openen van een deur zien als je grenzen verleggen. Als je grenzen verlegt kan je achteraf die grenzen niet ongedaan maken. Dus is er geen sprake van regressie. Als een jongen van zestien voor het eerst een jointje rookt verlegt hij zijn grens, achteraf vindt hij er niets aan en beslist hij het niet meer te doen. Dit wil niet zeggen dat de verlegde grens nu terug keert naar zijn vorige staat.
“Werk nu maar een beetje.” Doe nu maar een beetje als de ‘normale’ mens. Stop nu maar met die ‘zottegeden’. Alsof ze willen zeggen dat ik een luie zetelzitter ben. Mocht iedereen zo graag werken als ik zou de wereld toch een betere plaats zijn, dat is absoluut.
“De centjes zijn op zeker?” Daarop willen de mensen maar één antwoord op horen. JA. Als ik ‘ja’ zeg geef ik hen een extra reden om niet op een groot avontuur te vertrekken en ons gek te verklaren. Het kost allemaal toch veel geld denken ze dan. Kijk naar Liza en Wim die zijn nu blut. Gelukkig doen wij dit niet en kunnen we vlugger een huis kopen, mormels uit onze baarmoeder duwen en rondrijden met een geblutste Fiat Multipla. Dan zouden we het huismerk van de Colruyt moeten kopen en niet meer ons geliefde ‘Appelsientje’ kunnen drinken. Wij hebben ook iedere dag de krant aan huis, die gebruiken we eigenlijk alleen maar als onze chihuahua weer op de grond plast. Verdomde kutlikkers. In Vietnam steken we een stokje in hun poepesterretje en de barbecue op. Liefde gaat door de maag.
“Moja how, jet nu ook eki gehad é.” Weeral mijn beste plastische met hoeken opgetrokken glimlach boetseren en een zuchtende ‘jah’. Vlucht Wim, vlucht. Sorry ik ben nogal gehaast. Dan huppel ik vluchtig weg. Laat ze maar denken, die moeten toch veel werken en centjes verdienen om hun oude vuilbak te schilderen, want dat zwart is toch niet meer in de mode. En zij, zij zullen het nooit hebben en gaan knikkebollend “oké meneer” door het leven.
Dit klinkt echter allemaal wel heel pessimistisch maar ik kom ook andere vrienden, kennissen, levensgenieters tegen. Die vragen ons dan hoe het was. Dat ze verlangen om hetzelfde te doen. Dat ze sparen voor hun volgende avontuur. Aardbewoners die onze verhalen met een frisse dorstlesser willen aanhoren. Aan die mensen vertellen we in geuren en kleuren hoe wij reisden, hoe we genoten en overstijgende momenten beleefden. We hebben honderden tips en duwtjes in de rug om uit te delen. Want ons avontuur ontstond op een gezellige avond in een kleine Brugse kroeg met een grote wijze oude collega die mij een duwtje in de rug gaf. Het begin en nooit meer eindigend avontuur van ons.
An unexpected journey forever.
Ik ben genomineerd voor een columnwedstrijd van
waar heel de zomer lang iedere woensdag een genomineerde column op verschijnt, woensdag 9/8 is het mijn column. Geniet ervan.
· Permalink
Weerom prachtig geschreven en zal zeker je column volgen,zoentjes aan jullie beidjes
· Permalink
Ik volg je ook hoor Wim een nominatie krijgen is niet niks nog eens proficiat en kijk uit om te lezen gr
· Permalink
Liza heeft mij benieuwd gemaakt. Ik start nu pas met lezen maar het bevalt me. Ik lees zeker verder!
Sylvia
· Permalink
Ik kwam op je blog terecht omdat ik benieuwd was na het lezen van je geweldige column. Ik ben ook een duwer, zowel wat het avontuur als de baarmoeder betreft (ja, ik heb een zoon en nee, ik heb geen geblutste Fiat). Altijd leuk om te lezen hoe andere aardbewoners wroeten met dezelfde issues. Bedankt om dit te delen! En om mijn avontuurgevoel weer een klein duwtje te geven.